eENEN nAELDENKOKER EN EENEN KOPERE VINGERHOET : enkele  artikels als voorbeeld

BRON :  Rijksarchief Antwerpen, Inventaris van het archief van de gemeente Arendonk, 1793 - 1931, 243-244 Register van processen-verbaal, wegens ongevallen, diefstallen en andere delicten. 1819 -1888, 2 delen - transcriptie door Toon Van Eemeren

Uit dit artikel komt de titel van het boek "Eenen naeldenkoker en eenen kopere vingerhoed"

4 augustus 1853: de toezichter van publieke werken Petrus Dubois doet aangifte van een vondst door zijn twee werklieden Andreas Wils en Joannes Van Steenbergen. Die hebben deze morgen het lijk van een vrouw in de vaart gevonden tussen brug 5 en brug 6. Het lijk wordt naar het gemeentehuis overgebracht.

Daar wordt het herkend door de brigadier der gendarmen Delanghe en de gendarm Rombouts. Deze vrouw was hun gisteren op hoger bevel door de gendarmerie van Turnhout overgedragen. Zij moesten de vrouw begeleiden tot aan de grens met Reusel. Daar hebben zij haar rond 10 uur voormiddags afgezet. De vrouw noemde zich Joanna Verbeek, 37 jaar oud en geboren te Venray (Nederlands Limburg).

De vrouw van de gendarm Rombouts had met de vrouw gesproken. Deze had haar verteld dat zij sinds 1830 dienstmeid te Antwerpen geweest was, maar door ziekte nu zonder middelen van bestaan was. Zij verklaarde ook dat ze bevreesd was dat men haar om die reden terug naar haar geboortedorp zou brengen.

Hierna volgt een persoonsbeschrijving : “lengte 1 meter 600 millimeter aenzigt ovael, oogen blauw, neus lang, mond groot, kin rond, haer blondt. Zij was gekleedt met eenen katoenen jak bruine grond met kleine witte streepkens, twee zwarte merinosse rokken waarvan een met zwarte bloemkant, een zwarte ruite versleten halssdoek, een baelcatoenen hemd, slegte stoffen schoenen met leere punten, en eenen witte sianneeze zak inhoudende eenen naeldenkoker en eenen kopere vingerhoed.”

Aangezien het lichaam geen tekens van geweld vertoont, wordt aangenomen dat het hier om een zelfdoding door verdrinking gaat. De vermoedelijke reden is wanhoop.

7 november 1847 : brand op de wippelberg....

7 november 1847: opnieuw moet de burgemeester uitrukken met de brandspuiten. Op de Wippelberg, vlakbij de Hovestraat, staat het houten turfkot met strooien dak van Franciscus Bressers, kousenfabrikant, in lichterlaaie. De vlammen slaan over op de stenen huizen van de weduwe Jan Hens, de kinderen Willem Van der Celen, Franciscus Bressers en Petrus Elsen. Deze huizen zijn aan elkaar gebouwd en met stro bedekt. Men kan enkel trachten de aanpalende woningen te redden. Aan de ene kant staan deze op slechts zes meter van de hevig brandende huizen, en aan de andere kant zelfs op 2,5 à 3 meter. Dankzij de kloekmoedigheid en onverschrokkenheid van de helpers is de brand beperkt gebleven en is de rest van het gehucht gered.

Enkele personen die zich moedig gedragen hebben: de heren Pekstadt, douanier; Lambert , brigadier; Baude, toezichter van bruggen en wegen; Anthonissen Judocus, schrijnwerker; Fabri Godfried, smid; Meurrens, Govaerts, Ghequière en Gribanmont, douaniers; Slootmakers, brugwachter aan de vaart.

’s Anderendaags op 8 november gaat de burgemeester samen met timmerman Antonisse Judocus ter plaatse om de schade op te nemen en de oorzaak te onderzoeken.

“1. Verliezen van Franciscus Bressers koussenfabrikant eigenaer en bewoner van een gedeelte van de afgebrande huyzing :

de huyzing en schop na aftrek der overgebleven steen………   750

kleederen, huisraad en andere voorwerpen…………………….   620

wol, kousen en fabriekwerktuigen………………………………..   545

                                                                     Frs………………..  1915

 

  1. Helena van der CelenWeduwe Jan Hens spinster

Eigenaresse en bewoonster

Verlies aen huizing………………………………………………….   450

Aen meubelen en voorraed………………………………………..   145

                                                                     Frs………………    595

 

  1. De kinderen Willem van der Celenzonder beroep

Verlies hunner huizing bewoond door Pr. Timmermans……    450

 

  1. Petrus Timmermanskoussemaker bewooner der

huizing van de kinderen van der Celen

verlies aen huismeubelen en voorraed…………………………   148

 

  1. Petrus Elsenkoussenfabrikant eigenaer bewooner

verlies zijner huizing en schop…………………………………   800

huismeubels en voorraad……………………………………….   190

fabriekswerktuigen………………………………………………   300

                                                           Frs…………………… 1290

 

Verliezen der naburen ten gevolgen dezer ramp

bij het vlugten der meubels door het publiek veroorzaekt

 

  1. Petrus van den Kieboom braek aan de huizing……….. 50

en schade aen huisraed……………………………………….    20

                                                           Frs…………………..    70

 

  1. SeelsJoannes landbouwer verliezen aen granen

en  huisraed……………………………………………………..  200

 

  1. CorstenWillem verbryseling eene raem en muer…….. 30

 

                                                 Geheel verlies……………. 4698 Frs

 

Geene der voorwerpen hiervoren gemeld waren tegen brandge-

vaer verzekert dan alleen de huizing en meubels onder

Nr. 6 aengewezen.”